Wetenschappelijke patronen van huwelijksgeluk
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de gelukkigste huwelijksjaren duidelijke en meetbare patronen volgen. Dit zet vaak de traditionele aannames over de ‘huwelijksreisfase’ en de neergang op de lange termijn ter discussie.
De huwelijksreisperiode en de eerste jaren
De eerste huwelijksjaren vormen een van de belangrijkste pieken in relatietevredenheid. Uit longitudinale studies onder pasgetrouwden blijkt dat de meeste stellen behouden een hoog of geleidelijk afnemend tevredenheidsniveau in plaats van scherpe dalingen te ervaren. Onder pasgetrouwden, 86% van de vrouwen en 78% van de mannen rapporteerden een stabiele of langzaam afnemende tevredenheid in plaats van een sterke daling.
Gegevens uit de Algemene sociale enquête 2022 geeft aan dat de combinatie van huwelijk en ouderschap leveren het grootste geluksdividend op, met 40% van de getrouwde vrouwen met kinderen die zichzelf omschrijven als ‘zeer gelukkig’, vergeleken met 25% van de getrouwde kinderloze vrouwen.
Uit aanvullende onderzoeken waarin koppels gedurende de eerste vier jaar van hun huwelijk werden gevolgd, bleek dat de meerderheid behoudt een hoge tevredenheid, terwijl alleen 14% van de mannen en 10% van de vrouwen ervoeren het klassieke “huwelijksreiseffect” — een merkbare daling na de vroege hoogtepunten.
Latere jaren en de periode van het lege nest
De lege nestfase markeert vaak een hernieuwde periode van huwelijksgeluk. Uit langdurig onderzoek, waarbij vrouwen ouder dan 18 jaar werden gevolgd, bleek dat huwelijkstevredenheid neemt toe met de leeftijd, vooral als de kinderen het huis uit zijn. Vrouwen die de overgang naar een leeg nest hadden gemaakt, meldden hogere huwelijkstevredenheid dan degenen die nog thuis voor hun kinderen zorgen.
Uit verder onderzoek blijkt dat de overgang naar een leeg nest samenhangt met aanzienlijke verbeteringen in de huwelijkstevredenheid van vrouwen, toegeschreven aan een betere kwaliteit – en niet simpelweg meer kwantiteit – van de gedeelde tijd.
Stabiliteit in de tijd
Recente longitudinale studies met moderne statistische modellen stellen de lang gekoesterde theorie van ‘afname in de loop van de tijd’ ter discussie. Analyse van datasets over twintig jaar toonde aan dat 67,6% van de stellen ervaart weinig of geen verandering in huwelijkstevredenheid gedurende het hele huwelijk. Over 50% van de vrouwen en meer dan 90% van de mannen rapporteerden een stabiele of licht afgenomen tevredenheid gedurende de eerste 16 jaar.
Het debat over de U-vormige curve
Eerdere cross-sectionele studies stelden een U-vormige bocht van huwelijksgeluk — hoog in het begin, laag op middelbare leeftijd, en later weer stijgend. Echter, longitudinale paneelgegevens schetst een complexer beeld. Sommige studies repliceren de U-vorm, terwijl andere modellen met vaste effecten vinden geen bewijs voor een herstel op latere leeftijd, maar laten in plaats daarvan een algemene, geleidelijke daling zien over alle huwelijksduursgrenzen heen.
Periodes van piekgeluk
Over de demografie heen, Gehuwde mensen rapporteren consequent een hoger geluksniveau dan ongehuwde personen, waarbij deze “huwelijkspremie” doorgaans rond de 100% piekt leeftijden 50-55. Het gemiddelde verschil in geluk blijft substantieel – ongeveer 30 procentpunten hoger voor gehuwde personen vergeleken met ongehuwde personen.
Belangrijk is dat voor koppels die ondanks eerdere levensmoeilijkheden bij elkaar blijven, huwelijkstevredenheid verbetert vaak in latere jaren, waarmee de mythe dat langdurige relaties onvermijdelijk stagneren of achteruitgaan, rechtstreeks wordt ontkracht.